Geschiedenis spoorwegen
in en om
Roosendaal

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 
 
 

De goederenloods bij de Veemarkt

 
 
Gezicht vanuit een galmgat van één van de twee torens van de Paterskerk op de Veemarkt (links van het midden). Verder is uiterst links de Oostelijke Havendijk te zien, rechts het spoorwegemplacement met een naar Antwerpen vertrekkende trein en helemaal rechts de goederenloods aan de Dwarskade (later Kade). Op de loods maakt de NS reclame met de woorden: STERK VERLAAGDE TARIEVEN, REIST EN VERZENDT PER SPOOR. Achter het huis midden voor staat aan het begin van de Veemarkt de plaatselijke waag (gemeentelijk gebouw met een weegtoestel voor algemeen gebruik), tevens politiepost.
 
Pal naast de goederenloods ligt het smaller spoor (1067 mm) van de Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg-Maatschappij' (ZNSM) en tegen het hekwerk met de weg het normaalspoor van de NS (1435 mm). Een en ander is in de tekening hieronder in beeld gebracht.
 
 
De foto is gemaakt vanaf het pijltje op de plattegrond hieronder en laat links de bebouwing aan de overzijde van de Veemarkt zien. Rechts staat de waag (gemeentelijk gebouw met een weegtoestel voor algemeen gebruik), tevens politiepost. Een vrachtauto van het vervoersbedrijf van C.N. de Beer staat geladen met meubelen of iets dergelijks. Op het verhoogde laad- en losperron aan de zuidzijde van de goederenloods staan en liggen een groot aantal radiatoren. De foto dateert hoogstwaarschijnlijk uit de jaren vijftig.
 
 
De tekening geeft de plaats aan van de goederenloods, gebouwd in 1887 en na 1907 voor andere bestemmingen in gebruik. Maar de laad- en loswegen ernaast bleven in gebruik voor het plaatselijke goederenvervoer. Grosso modo is de situatie getekend uit de jaren 1920-1940. Het gebouw bij de overweg 'De Schuiven' aan de Dwarskade en de draaischijf aan de noordzijde verdwenen al in de jaren twintig. Het spoor van de ZNSM werd in 1937 opgebroken, maar het spoor van de NS (tegen het hekwerk) bleef tot in 1975 liggen.
 
 
Zo leeg als het op de Veemarkt bij de vorige foto uit circa 1925 was, zo druk was het in de jaren rond 1910. Links in de bestrating ligt naast de Veemarkt het spoor van de ZNSM, waarop tienmaal per dag trams stonden te wachten op reizigers naar Gastelsveer, Oud Gastel, Willemstad of Steenbergen. Het tramspoor is niet op bovenstaande tekening aangeduid. Rechts staat de goederenloods uit 1887, met zowel goederenwagens van 'het spoor' als van 'de tram'.
 
De tekstgedeelten (hieronder) op een witte ondergrond is het in stukjes gesplitste artikel over de bouw en de verdere lotgevallen van de goederenloods, dat in juni 1992 is gepubliceerd in het halfjaarlijkse tijdschrift van heemkundekring 'De Vrijheijt van Rosendale'.
 
 
Nog een plaatje van de Veemarkt op een dag dat er paarden werden verhandeld, destijds het trekdier bij uitstek. De goederenloods staat rechts van de fotograaf. Hoogstwaarschijnlijk staat hij op één van de goederenwagens op het naast het hekwerk gelegen spoor, zodat hij een beter zicht heeft op de handelswaar, kooplui en boeren.
 
Nadat in 1854 een spoorwegverbinding van Antwerpen naar Roosendaal was aangelegd, kwamen er al gauw rond het station aan de Vughtstraat meer gebouwen en inrichtingen tot stand. Zo in vroegere tijd een kerkgebouw in een dorp of stad een centrum van geloofsbeleving was, zo groeide op het einde van de negentiende eeuw in vele plaatsen een spoorwegstation uit tot het middelpunt van handel en nijverheid. Lag er in de buurt een haven voor de scheepvaart, dan werd de economische bedrijvigheid in een plaats nog eens extra gestimuleerd. Ook in Roosendaal was dat het geval, al werd de ontwikkeling kort na 1900 flink gedwarsboomd door de op handen zijnde verplaatsing van het spoorwegstation naar de ‘Gedempte Turfvaart’ op het einde van de huidige Brugstraat.
 
 
Op zondagochtend 5 maart 1972 rijdt een goederentrein vanuit Essen het Roosendaalse emplacement op. De overwegbomen zijn nog neergelaten. Uiterst links staat de goederenloods uit 1887. Rechts van de goederentrein is nog juist het seinhuis A uit 1946 te zien. Let op de uitrijseinen (met eronder een voorsein) in de richting Bergen op Zoom (rechts van het spoor) en Essen (links van het spoor).
 
Toen eind 1907 het oude stationscomplex te Roosendaal werd afgebroken, bleef er slechts één gebouw nog overeind. Dat was de goederenloods uit 1887 aan de Veemarkt. Die zou blijven bestaan tot medio 1977, toen het gebouw plaats moest maken voor het nieuwe expeditieknooppunt van de PTT.
 
 
De goederenloods raakte in de jaren dertig buiten gebruik als tijdelijke opvangruimte voor ziek of besmet vee en werd na de Tweede Wereldoorlog ingericht als opslagruimte voor de firma’s Van Gend & Loos en Reimann-Stok & Kersken N.V. (RSK) te Amsterdam en Rotterdam (zie inzet). De foto is gemaakt 9 april 1973.
 
 
Rond 1970 werd de vroegere kantoorruimte in de aanbouw ingericht als was- en verblijfsruimte voor buitenlandse gastarbeiders, die overigens in een tweetal oude slaaprijtuigen van de ‘Compagnie Internationale des Wagons-Lits’ (CIWL) naast de goederenloods hun slaapruimte kregen.
 
De goederenloods werd samen met andere gebouwen en inrichtingen op staatskosten neergezet door aannemer C.M. Roozenburg te Naaldwijk. Destijds verzorgde de ‘Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen’ (SS) de dienst op de door de Staat aangelegde of aangekochte spoorwegen onder bepaalde voorwaarden en tegen jaarlijkse vergoedingen. Wat de SS noodzakelijk oordeelde voor de uitvoering van de exploitatie, diende zij bij de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid aan te vragen. Jaarlijks prijkte op de begroting van de landsregering dan ook een hoog bedrag voor aanleg en onderhoud van gebouwen en inrichtingen.
 
 
Vanuit een galmgat in één van de torens van de toenmalige 'Paterskerk' (nu Onze Lieve Vrouwekerk) had je in 1975 nog een fraai uitzicht op de bebouwing aan de Oostelijke Havendijk en het spoorwegemplacement, al zag je wel dat het een hoop vergane glorie was. Tot in de jaren zestig was er nog volop bedrijvigheid op het gedeelte van het emplacement, waar de bestrating was blijven liggen. Duidelijk is ook te zien dat het tegen het hekwerk gelegen spoor nog niet zo lang geleden is opgebroken. De Veemarkt was op zondag leeg en verlaten, maar stond in de week vol geparkeerde auto's en elk jaar in het begin van september werd het ook gebruikt als kermisterrein.
 
Nadat de "Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten" een positief advies had afgegeven, werd via een beschikking van de Minister de weg vrijgemaakt voor de aanbesteding van een door de SS opgemaakt bestek. Werken van geringe omvang werden onderhands aan plaatselijke aannemers gegund. Daartegenover stonden openbare aanbestedingen voor uitvoering van grote werken.
 
 
Een kijkje aan de oostzijde van de goederenloods, 25 mei 1975. De kopsporen werden gebruikt voor het opstellen van werkmaterieel en een enkele locomotief die wachtte op de volgende inzet.
 
Het openen van de inschrijvingsbiljetten van het bestek 455 SS voor het maken van gebouwen en inrichtingen te Roosendaal vond plaats op 8 maart 1887. De laagste inschrijver kreeg meestal het werk gegund. Daar was dan wel een onderzoek naar de liquiditeit van de aannemer bij de burgemeester in zijn woonplaats aan voorafgegaan.
 
 
Tekening 1: Plattegrond van de goederenloods bij de Veemarkt te Roosendaal. Tekening Marius Broos, Roosendaal.
 
Na de gunning werd een overeenkomst tussen de aannemer en de Staat opgemaakt, waarbij de bouwer ook twee ‘borgen’ (meestal familieleden) moest stellen. Het ‘bankkrediet’ was in die dagen een volstrekt onbekend begrip. In de overeenkomst waren het aantal betalingstermijnen voor de aannemer en de datum van de eerste en de tweede oplevering vastgesteld. Bij een overschrijding van de opleveringstermijn verbeurde de aannemer een boete van vijftig gulden per dag, tenzij hij zich kon beroepen op overmacht, zoals niet in het bestek opgenomen werk of slecht weer. De Minister verleende dan een al of niet gedeeltelijke ontheffing van de boeteclausule. Aan het eind van de rit werd een ‘staat van meer en minder werk’ opgemaakt, waarna verrekening plaats vond tussen aannemer en Staat.
 
 
Tekening 2: Zijaanzicht van de goederenloods bij de Veemarkt te Roosendaal. Tekening Marius Broos, Roosendaal.
 
De aannemer uit Naaldwijk zou echter zijn graf delven in Roosendaal. De slappe bodemgesteldheid (die overigens ook bij de bouw van het nieuwe expeditieknooppunt van de PTT de aannemers flink partten zou spelen) noodzaakte hem tot veel meer heiwerk, dus meer werktijd en meer kosten. Het slaan van in totaal 915 meter aan extra heipalen vergde dertien dagen, terwijl het slechte weer ook nog eens zorgde voor dertien dagen verlet. Uiteindelijk werd de opleveringstermijn met liefst 36 dagen overschreden. Gelukkig werd de aannemer slechts twee werkdagen in rekening gebracht.
 
 
Tekening 3: Zijaanzicht (noordzijde) van de goederenloods bij de Veemarkt te Roosendaal. Tekening Marius Broos, Roosendaal.
 
Toch kon hij daarmee niet worden geholpen, want al in de vroege herfst van 1887 was hij failliet verklaard. Ondanks het onderzoek naar zijn kredietwaardigheid, had dit geen voldoende waarborgen geboden voor de uitvoering van het bestek 455. Door tussenkomst van de curator in het faillissement werd het werk door een ander bedrijf voortgezet, terwijl de opleveringstermijn met zes weken werd verlengd. C.M. Roozenburg was op 23 april 1887 met het werk begonnen en juist voor het einde van het jaar, 29 december 1887, vond de eerste oplevering plaats, weliswaar door een andere bouwer.
 
 
Een kijkje aan de westzijde van de goederenloods, 9 april 1973. Nog steeds is het spoor in gebruik, maar veel stelde het na 1970 al niet meer voor.
 
De goederenloods met veelading (verhoogde los- en laadplaats) verwierf zich al snel een vaste plaats bij menig veehandelaar en expediteur aan de Kade. Toen dan ook in 1899 de plannen rond de verplaatsing van het stationscomplex naar de Gedempte Turfvaart bekend werden, stonden de mannen aan de Kade en de Veemarkt op hun kop.
 
 
Een kijkje vanuit het zuiden op de westzijde van de goederenloods, najaar 1975. Het laatste spoor is inmiddels opgebroken.
 
Ongeveer vijftig ‘handelaars, kooplieden, nijveraars, fabrikanten en expediteurs’ schreven een stevig stuk proza naar de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, ‘dat zij zich daardoor grootelijks bezwaard gevoelen. Zij zijn van oordeel dat, buiten en behalve de nieuw ontworpen toegangswegen met los- en ladingsplaatsen, de voorschreven los- en ladingsplaats evenwel moet blijven en dat niet alleen tot behoud van de gemeenschap met de haven, met den Zuid-Nederlandschen Stoomtram (lijn Roosendaal - Gastelsveer - Oud Gastel/Steenbergen, MB), maar ook in het belang van de Veemarkt, daarnaast gelegen, van de stoomhoutzagerij aan de haven, van de exportslagerijen, de Gemeente-gasfabriek in Klein-Rozendaal en in het algemeen ten behoeve van ver uit het grootste gedeelte der Gemeente. Ook voor het lossen en laden van stukgoederen in zoogenaamde koerswagens is dezelve onmisbaar voor de suiker- en kandijfabrieken. Het zou alzoo te bejammeren wezen om nog geld te gaan uitgeven tot het afbreken eener nuttige inrichting, welke nog een gebouw naast zich heeft staan voor bergplaats en expeditiekantoor, zoodat geen uitgaven daarvoor te doen zijn.’
 
 
Een kijkje vanuit het zuiden op de oostzijde van de goederenloods, najaar 1975. Alle kopsporen op één na zijn inmddels opgebroken.
 
Jaren verstreken, zonder dat er iets gebeurde. De ‘openheid’ in het landsbestuur was zeker rond 1900 geen alledaags verschijnsel. Een antwoord op een bezwaarschrift was geen gemeengoed, maar zolang het nieuwe stationscomplex niet was gebouwd, hadden de gebruikers van de ‘laadberg’ aan de Kade ook weinig te vrezen. Er lag in het Roosendaal van rond de eeuwwisseling een braak liggend terrein open voor een ‘Kamer van Koophandel en Fabrieken’. Opgericht bij Koninklijk Besluit van 15 juli 1905 deed zij een jaar later een beroep op de SS tot behoud van de los- en laadplaats aan de Kade, in het bijzonder voor wagenladingen en veevervoer.
 
 
Een kijkje op de goederenloods en ex CIWL-slaaprijtuigen, die inmiddels al jaren dienst deden als slaapverbijf voor gastarbeiders. De foto is gemaakt 5 februari 1977.
 
Aangezien in het kader van het plan voor het nieuwe stationscomplex geen andere bestemming voor het terrein aan de Kade was weggelegd, moest het behoud van de goederenloods met veelading alleszins mogelijk zijn. Op 26 april 1906 kwam er een positief bericht van de SS. Naderhand bleek uit een onderhoud met de hoofd-uitvoerder van de bouw, ingenieur G.W. van Heukelom, dat de Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg-Maatschappij, zelfs uitbreiding van haar los- en laadfaciliteiten voor de overslag van goederen van tram op trein (of omgekeerd) nabij de goederenloods zou krijgen.
 
 
Een kijkje op de goederenloods en ex CIWL-slaaprijtuigen, die inmiddels al jaren dienst deden als slaapverbijf voor gastarbeiders. De foto is gemaakt op 26 maart 1977. Toen deze mensen eenmaal een onderkomen elders in de stad hadden gekregen, kon de nog steeds in oorspronkelijke toestand verkerende loods in mei 1977 worden afgebroken. De niet meer rijdbare slaaprijtuigen werden ter plaatse gesloopt.
 
Terstond na het in gebruik nemen van het nieuwe stationscomplex in de nacht van 3 op 4 november 1907 sloot de SS de ‘laadberg’ aan de Kade om de algehele wijziging van sporen en wissels in de buurt mogelijk te maken. Het oude stationscomplex was nog voor het einde van het jaar met de grond gelijk gemaakt. Toch duurde het nog tot 20 juli 1908, voordat de los- en laadplaats weer in gebruik kon worden genomen. Een deel van de vroegere activiteiten was toen al vanzelf overgegaan naar de veel grotere goederenloods met los- en laadfaciliteiten op het nieuwe stationsemplacement aan de Spoorstraat.
 
 
Twee weken later is er al niet veel meer over van de ex CIWL-slaaprijtuigen. De foto is gemaakt op 8 april 1977.
 
De goederenloods aan de Kade kreeg al met ingang van 9 maart 1908 een nieuwe bestemming als quarantainestal voor vee, dat verdacht was van besmetting met bijvoorbeeld mond- en klauwzeer. Jaarlijks werden tot kort na de Tweede Wereldoorlog grote aantallen dieren vee naar België en Frankrijk geëxporteerd.
 
 
Twee weken later is er al niet veel meer over van de ex CIWL-slaaprijtuigen. De foto is gemaakt op 8 april 1977. De goederenloods viel een maand later onder de slopershamer.
 
Ofschoon juist over de grens bij het station Essen enkele grote stallen voor het veertien dagen lang in quarantaine houden van vee waren gebouwd, werden al zieke of besmette dieren geweigerd en naar Roosendaal teruggestuurd. Deze dieren kregen dan een onderdak in leegstaande fabrieksruimten of in de goederenloods aan de Kade te Roosendaal.
 
 
De vroegere kantoorlokalen bij de goederenloods aan de noordzijde waren het eerst aan de beurt. Vervolgens ging de afbraak verder vanaf de zuidzijde. De foto is gemaakt op 29 mei 1977.
 
Nadat de stoomtram in 1937 zijn laatste rit op het traject Gastelsveer - Roosendaal had gereden en de maandelijkse veemarkt was weggekwijnd, verloor ook de laad- en losweg ( of ‘laadberg’) voor de Roosendalers zijn bestemming.Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog kreeg de loods andere bestemmingen.
 
 
Tot slot nogmaals het kijkje vanuit een galmgat in één van de torens van de toenmalige 'Paterskerk' (nu Onze Lieve Vrouwekerk).
 
 
Tot slot dan het kijkje vanaf het emplacement naar de goederenloods en de toenmalige 'Paterskerk' (nu Onze Lieve Vrouwekerk).