Geschiedenis spoorwegen
in en om
Roosendaal

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 
 
 

De seinbruggen te Roosendaal

 
In het in 2004 verschenen boekwerk 'Roosendaal, een spoorwegknooppunt als 's lands voorportaal in het zuiden, 1854-1996' is aan de mechanische en elektrische bediening van wissels en seinen op het nieuwe emplacement uit 1907 aandacht besteed. Een aantal plaatjes maakten het verhaal een duidelijker. Desondanks bleef een compleet overzicht van alle seinbruggen wegens plaatsgebrek achterwege. Nu wordt dit verzuim in woord en beeld (23 plaatjes) goedgemaakt.
 
 

De seinbruggen tussen het seinhuis P en het seinhuis A, 1907-1972

 
 
In de zomer van 1907 waren alle seinbruggen en andere (bordes-)seinpalen op het nieuwe Roosendaalse station nog in aanleg. Om trekdraden tussen de sporen 1 t/m 6 bij de perrons te vermijden, werd bij vier van de zeven seinbruggen uitgegaan van elektrische bediening vanuit het seinhuis P op het tweede perron tussen de trappen, deels in 'dubbele trekking' met de seinhuizen A en C.
De elektrische motoren voor de seinen stonden toen nog op de seinbruggen. De staanders van de beide seinbruggen waren eerst nog niet voorzien van een zwart-wit geblokt uiterlijk. In totaal stonden op de beide seinbruggen aan de zuidzijde van de perrons zes uitrijseinen, zes inrijseinen en een uitrijvoorsein.
 
 
Staand op het tweede perron in 1937 fotografeerde Pieter Penneweert, opzichter bij het 'Seinwezen', de seinbrug aan de zuidzijde voor de sporen 1, 2 en 3. Al in 1909 was deze seinbrug wegens een verlenging van de beide perrons (vergelijk voorgaande foto) enkele tientallen meters naar het zuiden verplaatst, waarbij één staander meer naar het midden van de brug was gebracht.
Links zijn de fraaie huizen aan de Ludwigstraat te zien en rechts de kandijfabriek (met een klein kantoorgebouw) van de Gebroeders Van Gilse & Zn. Onder de seinbrug langs ontwaren we de 'Paterskerk' en het seinhuis A met daarvoor een rangerende locomotief van de serie NS 1700. Inmiddels zijn de motoren voor de elektrische bediening van de seinen vervangen door exemplaren van een kleinere omvang. In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen en drie inrijseinen.
 
 
Een van de vijf Nederlands-Zwitserse TEE-treinstellen heeft op 5 maart 1972, om 11.50 uur, aan de zuidwestzijde van Roosendaal het sein veilig gekregen voor de rit als TEE 91 'Edelweiss' van Amsterdam CS over Antwerpen, Brussel, Luxembourg, Strassbourg en Basel naar Zurich. In de verte zien we de 'Paterskerk' en het na de Tweede Wereldoorlog herbouwde seinhuis A. Ervoor bevindt zich het in 2004 gesloopte rangeerdersverblijf. Rechts staat de naoorlogse herbouw van de kandijfabriek.
Overigens hadden de seinpalen in Roosendaal al sinds het midden van de jaren zestig geen armen meer, afkomstig van de vroegere Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS). In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen en drie inrijseinen.
 
 
In het tijdschrift 'De Ingenieur' staat in 1911 een beschrijving van de stand van zaken rond de ontwikkeling van elektrische bediening van wissels en seinen, met name in Maarn en in Roosendaal. De bij dit artikel gepubliceerde foto van de seinbrug over de sporen 4, 6 en 6 aan de zuidwestzijde toonde een al langer in gebruik zijnde emplacement in Roosendaal.
Voor de foto is één van de motorenkasten open gezet. Ook is goed te zien dat de staanders van de seinbrug zwart-wit geblokt zijn geschilderd en dat de waterkolommen voorzien zijn van een nummer (in dit geval 2 en 3). In de verte rijst het waterreservoirgebouw omhoog. In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen, drie inrijseinen en een uitrijvoorsein.
 
 

De seinbruggen tussen het seinhuis P en het seinhuis C, 1907-1972

 
 
In de zomer van 1907 zijn alle seinbruggen en andere (bordes-)seinpalen op het nieuwe Roosendaalse station nog in aanleg. Om trekdraden tussen de sporen 1 t/m 6 bij de perrons te vermijden werd bij vier van de zeven seinbruggen uitgegaan van elektrische bediening vanuit het seinhuis P op het tweede perron tussen de trappen, deels in 'dubbele trekking' met de seinhuizen A en C.
Verder waren de elektrische motoren op de seinbrug gemonteerd. De foto toont verder het waterreservoirgebouw, het seinhuis B, alsmede twee waterkolommen. De staanders van de beide seinbruggen zijn al voorzien van een zwart-wit geblokte schildering. In totaal stonden op de twee seinbruggen zes uitrijseinen en zes inrijseinen.
 
 
Een treinstel van het type materieel 1946 had op 1 mei 1972 aan de noordoostzijde van Roosendaal het sein veilig gekregen voor zijn lange rit als trein 4338 van Roosendaal naar Zwolle. Links staan stroomlijnpostrijtuigen aan de kant voor de dienst in de nachtelijke uren. Rechts staat de gebruikelijke Roosendaalse reserve voor de Benelux-dienst. Trek-duwmaterieel is er dan nog niet. In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen en drie inrijseinen.
 
 
Een close-up van de seinbrug aan de noordoostzijde over de sporen 1 t/m 3. De foto is gemaakt op 3 juni 1954 in opdracht van de NS. Dat een seinbrug bij de aanleg (en het latere onderhoud) van bovenleiding als storend wordt ervaren, heeft in Roosendaal destijds niet geleid tot de ondergang ervan. In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen en drie inrijseinen.
 
 
Herman Hesselink uit Vlissingen kreeg als niet NS'er op 11 augustus 1972 de gelegenheid om bijna alle seinbruggen in Roosendaal te fotograferen. Staande tussen de sporen 5 en 6 legt hij de seinbrug aan de noordoostzijde van de perrons vast. In de verte zijn het seinhuis C en de daarbij behorende seinbrug te herkennen. Spoedig vertrekt vanaf spoor 4 een trein in de richting Amsterdam; het sein staat al op veilig.
Nog drie en een halve maand is er te gaan. Op 26 november 1972 is het (grotendeels) gebeurd met de klassieke beveiliging van het emplacement Roosendaal. Slechts het seinhuis B met bijbehorende seinbrug bleef nog tot 8 mei 1994 in dienst. In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen en drie inrijseinen.
 
 
Staand op het in het voorjaar van 1972 verlengde perron - de tegels zijn nog als nieuw op 11 augustus 1972 - maakte Herman Hesselink een plaat van de seinbrug aan de noordoostzijde van de perrons over de sporen 4 t/m 6. Een nog groen 'Hondekop'-treinstel wacht de komende inzet af. Op de achtergrond rangeert een locomotief van de serie NS 600 bij de seinbrug, die onder het gezag van de wachter op het seinhuis B valt. In totaal stonden op deze seinbrug drie uitrijseinen en drie inrijseinen.
 
 

De seinbrug bij het seinhuis B 1907-1994 (2002)

 
 
Ter gelegenheid van het feit dat Roosendaal in 1954 een eeuw eerder vanuit Belgie op het spoorwegnet was aangesloten, werden er in mei en juni van dat jaar, in opdracht van de NS, verschillende foto's gemaakt. In 1950 was het traject Dordrecht - Roosendaal onder de draad gekomen en daarmee kwam toen ook een klein deel van het goederenemplacement in Roosendaal onder de draad. De rest volgd pas in 1956. De foto laat ons de eerste fase zien.
Een kijkje op 3 juni 1954 op de seinbrug bij het seinhuis B geeft ons tevens een kijkje op het waterreservoirgebouw, dat in oktober 1944 aan de (niet op de foto zichtbare) westzijde flinke schade had opgelopen en daarvan ook nooit meer was hersteld. Na de ontstoming in 1957 volgde ruim drie jaar later een afbraak tot op de eerste bouwlaag en diende het gebouw voortaan als verblijf voor de rangeerdienst.
De seinbrug bevond zich nog in originele toestand - zelfs de middelste seinpaal kende nog een voorseinarm - en zou vele decennia later later tot een stukje Roosendaals cultuurhistorsch erfgoed gaan behoren.
Maar toen had de seinbrug nog maar twee seinpalen met een enkele arm en vormde hij slechts een kleine vertegenwoordiger van het eens zo grootse verleden. In totaal stonden op deze seinbrug twee uitrijseinen en twee uitrijvoorseinen.
 
 
Locomotief NS 2504 bereikt op 15 april 1976 het Roosendaalse emplacement. De trein bestond uit vele 'geelbanders', in dienst voor het stukgoederenvervoer voor Van Gend & Loos. Ofschoon de trein in tegengestelde richting reed, staat het sein voor hem toch op veilig, een merkwaardig fenomeen in Roosendaal. De foto werd gemaakt vanaf de omgang aan het seinhuis B.
De middelste paal was al in de jaren zestig zijn uitrijvoorsein kwijtgeraakt. Ook hadden de seinpalen geen armen meer, zoals eerder van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen.
 
 
Op 14 februari 1984 bracht locomotief NS 2491 het treinstel NMBS 347 vanuit Roosendaal terug naar Essen. Het Belgische treinstel had in Nederland een aantal proefritten gereden om de mogelijke invloed van elektronica op het beveiligingssysteem van de NS te kunnen bepalen. Ofschoon in Roosendaal al enkele jaren niet meer werd geheuveld, waren in 1984 de sporen en wissels ter hoogte van de seinbrug nog onveranderd aanwezig. De stand van de middelste seinarm was overigens in orde.
 
 
Zodra een goederentrein was binnengelopen, werd het 'heuvelen' voortgezet. Roosendaal was in 1976 nog een groepshoofdstation in het goederenvervoer en kende een nagenoeg 24-uurs bedrijf. Eén voor één (soms ook in kleine groepjes) rollen goederenwagens de heuvel af. Een eindje verder zullen ze tot stilstand komen, vlak vóór of kalmpjes botsend tegen de buffers van andere wagens op het voor hen bestemde spoor. Zijn ze de eerste wagens op het desbetreffende spoor of lopen ze te hard, dan legt een rangeerder een remschoen ('slof') op één van de railstaven. De wagen loopt er met een wiel tegenaan, wat een niet na te bootsen slijpend en ten slotte knarsend geluid maakt.
Mocht een wagen al tot stilstand komen op het wissels onder of kort na de seinbrug of op een voor hem verkeerd spoor rollen, dan kwam er een 'sik' (locomotor serie NS 201-369) aan te pas. Links staat hij startgereed. Tijdens mijn enkele uren durende verblijf op 15 april 1976 behoefde hij echter niet in actie te komen.
 
 
Gezicht op de sporensituatie ter hoogte van de seinbrug bij seinhuis B en de rangeerheuvel. Drie Engelse wissels maakten vanuit alle sporen een goede bereikbaarheid mogelijk, zowel voor binnenrijdende goederentreinen als voor geheuvelde goederenwagen en voor de gereedstaande 'sik' (locomotor serie NS 201-369). Het is 11 augustus 1972.
 
 
In 1987 was de rangeerheuvel al enkele jaren buiten dienst. Kijfhoek had de functie van Roosendaal als groepshoofdstation in het goederenvervoer overgenomen, zodat een rangeerheuvel in Roosendaal niet meer nodig was. De hinderwetvergunning liep af en een nieuwe werd niet meer aangevraagd, zeker ook omdat de NS dan moest gaan voldoen aan nieuwe regelgeving.
Enkele maanden voor het maken van de foto was het spoor rechts met wisselverbindingen opgebroken. Duidelijk is te zien hoe delen van de Engelse wissels waren weggehaald. Op het vroegere spoor stond de locomotor voor het opdrukken van te vroeg gestopte wagens naar het gewenste spoor of het ophalen en opnieuw plaatsen van verkeerd afgelopen wagens. Tegelijk met het opbreken van het spoor en de wisselverbindingen was het desbetreffende sein van de seinbrug gehaald en de handelinrichting in het seinhuis B uitgekleed. Slechts de bovenleiding bleef hangen.
Op 8 mei 1994 werden zowel het seinhuis B als de seinbrug buiten dienst gesteld. Voor de seinbrug werd na heel veel overleg op 16 september 2002 een nieuw plaatsje gevonden op het tractieterrein. Het seinhuis B volgde in 2013. De verplaatsing gebeurde pas na nog veel meer overleg en gesteggel over de kosten.
 
 

De seinbrug bij seinhuis C, 1907-1972

 
 
De seinbrug bij het seinhuis C aan de oostzijde van het emplacement Roosendaal overspande slechts drie sporen, hoewel op het eerste gezicht het anders doet vermoeden. Maar de twee seinpalen links in beeld waren bedoeld voor de uit de hoofdsporen ter hoogte van het seinhuis C aftakkende en aansluitende sporen naar en van spoor 4 en het hele goederenemplacement.
In de zomer van 1907 waren de arbeiders van het Seinwezen nog volop bezig met de aanleg van de beveiliging. De achtkantige borden (links in beeld, voorzien van een nummer en goed zichtbaar vanuit seinhuis C), waren bedoeld voor de instructie van de (nieuwe) seinhuiswachters. Het seinhuis C had destijds de grootste handelinrichting in Nederland. De mechanische bediening van wissels en seinen aan de oostzijde van het nieuwe emplacement gebeurde uitsluitend via trekdraden. In totaal stonden op de seinbrug vier uitrijseinen, vijf inrijseinen en een (inrij)voorsein.
 
 
Op 3 augustus1956 fotografeerde Bruno DeDoncker een locomotief serie NS 3700 met een naar Breda vertrekkende goederentrein.
De trein had echter nog geen veilig gekregen van de seinhuiswachter op het achter de fotograaf gelegen seinhuis C. Achter de trein bevindt zich de grote douane-goederenloods en in de verte het stationsgebouw met de perrons.
 
 
Tijdens het maken van de foto door Herman Hesselink op 11 augustus 1972 passeerde er juist een sneltrein vanuit Amsterdam naar Vlissingen. Het nog groene 'Hondekop'-treinstel had veilig gekregen en reed door naar spoor 4A of spoor 4B. In totaal stonden op de seinbrug vier uitrijseinen, vijf inrijseinen en een (inrij)voorsein.
 
 

De seinbrug bij seinhuis A, 1907-1957

 
 
Gezicht vanaf het seinhuis A op de seinbrug aan de zuidzijde van het emplacement. De seinbrug overspande vijf sporen. Bij de elektrificatie van de spoorwegverbindingen naar Antwerpen en Vlissingen in 1957 vond aan de zuidzijde van het emplacement een ingrijpende sanering van het aantal wissels plaats. Steeds meer treinen stopten voortaan op een vaste plaats aan een perron en omdat deze vaak bestonden uit een of meer treinstellen veranderde hun samenstelling in Roosendaal niet of nauwelijks.
De hele seinbrug ging in de nacht van 26 op 27 mei 1957 buiten dienst. Voortaan was het niet meer mogelijk om vanaf spoor 1 naar spoor 4 te rijden. Op de foto uit 1937, gemaakt door Pieter Penneweert, opzichter van het Seinwezen, is in de verte het 'kruis' nog te ontwaren. Rechts rangeert een locomotief van de serie NS 1700 met een aantal goederenwagens. Nog wat verder naar rechts zijn de panden aan de Veemarktstraat (later Industriestraat) te zien en op de achtergrond de 'Paterskerk'. In totaal stonden op de seinbrug zes uitrijseinen, zes inrijseinen en twee uitrijvoorseinen.
 
 
Vanaf de Stationsstraat zien we nogmaals de seinbrug aan de zuidzijde van het emplacement. De in- en uitrijseinpalen boven de vier hoofdsporen voor het reizigersvervoer tonen uitsluitend hoofdseinen. De beide sporen voor het goederenvervoer zijn daarnaast voorzien van een uitrijvoorsein. Rechts staat seinhuis A. Een 'sik' (locomotor, serie NS 201-369) rangeert met enkele wagens. Links staat het woonhuis van de directeur van zuivelfabriek 'Het Anker' prominent in beeld. De schoorsteen van deze fabriek staat echter juist links buiten beeld. De wel zichtbare schoorsteen behoorde tot de al vele jaren eerder gesloten suikerfabriek, voorheen Firma Jager & Co.
De foto werd op 18 mei 1939 gepubliceerd in het tijdschrift 'Panorama' bij een reportage over het spoorwegbedrijf in Roosendaal, dit in het kader van toen lopende besprekingen tussen de NS en de NMBS voor een elektrificatie van het traject Dordrecht - Antwerpen. Het zou echter nog achttien jaar duren voordat dit baanvak helemaal onder de draad was.
 
 
In 1941 vertrekt een locomotief van de serie NS 3900 met een 'Schnellzug fur Fronturlauber' (SF-zug) uit Roosendaal en passeert daarbij de seinbrug ten zuiden van het seinhuis A. Links staat het woonhuis van de directeur van zuivelfabriek 'Het Anker' prominent in beeld. De trein bestaat uit doorgangsrijtuigen (D-rijtuigen) van de SNCF (Societe Nationale des Chemins de fer de France.
In de trein bevonden zich Duitse militairen op hun terugreis van verlof in de Heimat en op weg naar hun legerplaatsen in Frankrijk.
Een frequent gebruikte reisroute ging daarbij via Hengelo, Zutphen, Arnhem, Nijmegen, 's-Hertogenbosch en Roosendaal.
 
 

Het seinbordes ter hoogte van het tractiedepot, 1956-1972

 
 
In het voorgaande is een overzicht gegeven van de zeven seinbruggen in Roosendaal. Verder waren er in 1907 nog drie bordessen met elk twee seinpalen geplaatst. Deze stonden als uitrijseinen in de splitsing van de lijnen naar Breda en Lage Zwaluwe, ter hoogte van het seinhuis C en als uitrijseinen naar Antwerpen en Vlissingen ter hoogte van de spoorwegovergang De Schuiven. Pas in 1956 kwam er eentje met drie seinpalen ter hoogte van het BZB-gebouw, het restant van de in 1943 gebombardeerde locomotievenloods van de HIJSM (dat pas in december 1998 werd afgebroken). Aan de hand van de drie inrijseinen met een zwaluwstaart kon een machinist zien naar welke (groep) sporen hij in Roosendaal werd geleid. Op 11 augustus 1972 fotografeerde Herman Hesselink locomotief NMBS 5106 met TEE 81 'Ile de France', op weg vanuit Paris Nord naar Amsterdam CS.
 
 

De seinbrug bij de spoorwegovergang 'De Schuiven', 1992-heden

 
 
Op een moment dat er nog maar één van de ooit zeven seinbruggen in Roosendaal in dienst was, werd er in 1992 pal ten zuiden van de overweg 'De Schuiven' een nieuwe seinbrug met vier inrijseinen geplaatst. Komend vanuit Vlissingen ziet een machinist vanuit een VIRM-treinstel ('dubbeldekker') dit beeld voor zich, als hij in Roosendaal binnenrijdt. Alleen bestaat een seinbrug nu uit slechts drie zware ijzeren profielen, terwijl die vroeger uit een veelvoud aan profielen was opgebouwd. Dat was pas 'vakwerk'.
 
 

De seinen bij de spoorwegovergang 'De Schuiven', 1887-1907

 
 
Maar hoe was het nu vóór 1907. Het oude spoorwegemplacement was in 1888 uitgerust met een veelvoud aan losse seinpalen, maar geen enkele seinbrug. Staand op de overweg 'De Schuiven' die op de voorgaande foto goed is te zien vanuit de cabine van een trein, zag een passant vier uitrijseinpalen staan. De inrijseinpalen, waarvan twee op een bordes, bevonden zich een eindje zuidwaarts, dus achter zijn rug. Dit alles verdween met het in gebruik nemen van het nieuwe spoorwegemplacement in de nacht van 3 op 4 november 1907.